Van handbal had ik geen kennis totdat in de vijfde klas van de basisschool Etienne van Zomeren, een klasgenoot, mij meevroeg naar een training. Dat was in een gymzaal aan de Folkert Elzingastraat onder leiding van Elly van den Winden. Het ging best aardig en ook de valworp lukte al snel. Thuis vonden ze het ook goed en zo ben ik in 1976 lid geworden van Roda’71. We speelden al aan de Rodaristraat op de zaterdag maar wel nog op gras. De kantine en kleedkamers waren van hout. Ik woonde vlak bij en op zondag ging ik vaak bij het eerste kijken en op de flipperkast spelen. Op Koninginnedag was er altijd veel te doen op het terrein waaronder de gebakken pannenkoeken voor 25 cent. Aan het eind van het seizoen meerdere toernooien spelen en als vereniging op kamp !
Een mooie mijlpaal was de bouw van de kantine waarmee we in een keer een prachtige accommodatie in gebruik konden nemen. Na de cascobouw is er door vele leden gewerkt om het te maken tot wat er nu nog steeds staat. De tweede verandering was het verharde veld en niet meer op het gras spelen. Zo doorliep ik de junioren waarin je nog met 6 man achterin een bestelbus naar de wedstrijden reed met Joop Delmee als chauffeur / coach.
Bij de senioren werd er tijdens de veldcompetitie al na enkele jaren op het hoogste niveau gespeeld maar in de zaal bleven we hangen in de 1ste klasse afdeling. Met de tijd werd het mogelijk om met de selectie teams in een sporthal te trainen en met Rinus Keehnen kwam ook de eerste trainer van buiten de vereniging. Onder zijn leiding lukte het om naar de 3de divisie te promoveren. Een jaar later stoten we door naar de 2de divisie (het op 2 na hoogste niveau in Nederland) waar we een aantal jaren ons konden handhaven. De jonge talenten die John Verhoeven heeft opgeleid waren echter te goed en vertrokken naar verenigingen in de regio en sommigen haalden zelfs het nationale team!
Een hoogtepunt was zeker de bekerwedstrijd tegen Tachos 1, destijds de top in de eredivisie met diverse internationals in het team in een volle Alexander sporthal. Pikant was dat we in de ronde ervoor Tachos 2 in een spannende pot hadden verslagen en in de kleedkamer grapten dat ze het eerste hadden moeten sturen. Een ander hoogtepunt was Braunschweig.
Dit was het eerste buitenlandse toernooi voor de senioren en junioren waarbij in scholen werd geslapen en in meerdere sporthallen werd gespeeld. Dat smaakte naar meer en vervolgens was Ibbenburen het volgende toernooi waar de hele vereniging naar toe ging. Veilig met de bus en op locatie slapen in grote tenten.
Naast het handbal waren er vaak allerlei activiteiten op de vereniging te doen. Denk hierbij aan de playback show in de tijd dat dit ook op TV in was, maandelijks klaverjassen, gourmetten met 60 man, dart toernooi, feestavonden met en zonder live band, Halloween, zomeravond handbal, feest, internationaal toernooi, etc. Dit ging niet vanzelf maar werd allemaal door vrijwilligers gedaan en zo rolde ik er ook in met het o.a. helpen van het wedstrijdsecretariaat tijdens een toernooi tot zitting in de Technische Commissie en het Bestuur.
Door het stoppen met spelen in 2002, het vaderschap en het werken in het buitenland ben ik Roda’71 vanaf toen vanuit de achtergrond blijven volgen. Het is goed om te zien dat de volgende generatie ook weer plezier beleefd aan het handbal en aan het verenigingsleven. Ikzelf denk er nog vaak met plezier aan terug.
Maarten Breedveld